Bron: De Stentor, 26 augustus 2025
VAN AUGURKENKAAS TOT PORNSTAR MARTINI-BLOKJES: HOE BEDRIJF UIT DORP VAN 4000 INWONERS DE WERELD VEROVERT EN GROOTS UITBREIDT
Pornstar Martini-kaas, een blokje met de smaak van espresso of een stuk met de Duitse vlag erop? In Rouveen maken ze kaasspecialiteiten die in 160 landen verkocht worden. Nu knelt het. Maak kennis met een bijzonder bedrijf dat voor 30 miljoen euro – of nog wat meer – wil uitbreiden.
De naam staat groot op de gevel. Maar eigenlijk hoeft dat hier niet. Want iedereen in Rouveen kent de kaasfabriek. Werkt er, wordt erdoor gesponsord of levert eraan. Het is de trots van het dorp en de regio.
Maar waar Rouveen Kaasspecialiteiten in 160 landen actief is, kom je de bedrijfsnaam vrijwel nergens tegen. Daar gaat directeur Klaas Hokse straks verder op in.
Eerst maar eens een blik op de immense fabriek. Aan de Oude Rijksweg in het hart van het dorp staat het jaartal 1905 op de gevel. Wat toen als boterfabriekje begon, is nu een bedrijf dat zo’n 300 meter naar achteren doorloopt.
En inmiddels liggen de formele paperassen op het bureau bij de provincie Overijssel om nóg groter te worden. Aan de achterkant van de fabriek willen de kaasmakers uitbreiden. „We krijgen er dan zo’n 75 procent bij’’, wijst Hokse. Kosten: 30 miljoen euro. Minstens.
Buiten de deur opslaan
Het is hard nodig, want Rouveen Kaasspecialiteiten moet nu zo’n 500.000 kilo kaas buiten de deur opslaan. In Almere. Dat zijn heel wat vrachtbewegingen. Als de overheid akkoord gaat, komt er een groot, nieuw pakhuis op eigen terrein in Rouveen. Tussen de karakteristieke lintbebouwing in het dorp staat dan straks een kaasfabriek van een halve kilometer diep.
Jaarlijks wordt er door tweehonderd vaste medewerkers en zestig scholieren zo’n 30 miljoen kilo kaas gemaakt, waarvoor 250 boeren uit een straal van 25 kilometer koemelk aanleveren. De geiten- en schapenmelk komt vanuit heel Nederland. De omzet: 258 miljoen euro.
Hokse: „Voor het eerst zijn we door de grens van een kwart miljoen euro gegaan. We zijn een coöperatie, dus de winst stroomt ook terug naar de boeren.”
Ten opzichte van grote jongens als FrieslandCampina en Arla is Rouveen Kaasspecialiteiten een kleine speler. „We maken geen bulkkaas, maar in de markt van kaasspecialiteiten zijn we de grootste”, zegt Hokse, hier al dertig jaar werkzaam en sinds 2015 directeur.
Veel Nederlanders mogen een stuk komijnkaas al bijzonder vinden, dat is voor de kaasmakers in Rouveen heel alledaags.
Elk jaar 40 nieuwe soorten
Daarna begint het pas. „Jaarlijks komen we met veertig nieuwe soorten die het halen. We spelen in op trends.’’
Vorig jaar was er ineens augurkenkaas, bedacht met ‘augurkenkoning’ Kesbeke. Of neem kaas in de drie kleuren van de Duitse vlag voor het Europees kampioenschap voetbal. „Voor het eerst hoopte ik dat Duitsland het ver zou schoppen.”
Maar waar de specialisten in Rouveen met dergelijke vondsten komen, ziet niemand ter wereld dat. Een bewuste keus. Aan de Oude Rijksweg bedenken ze het, maar het is aan afnemers in binnen- en buitenland om met hun lokale kennis en naam de markt te veroveren.
Eigen merk Bastiaansen
Het bedrijf in Rouveen opereert alleen met het eigen merk Bastiaansen op de markt van biologische kaas. „Dat willen we de komende jaren uitbreiden. Het merk Bastiaansen is marktleider in de natuurvoedingswinkels en is goed voor ongeveer 2 miljoen kilo kaas.”
Chinezen, Polen, Brazilianen. Allemaal vinden ze de weg naar Rouveen om kennis te maken met de kaasmakers. Hokse: „We vragen hen wat ze van een kaassoort vinden. Dan geven ze advies, op basis van de smaakprofielen in hun land. Wij maken hun kaas, zij verkopen het vol enthousiasme, omdat het voelt als de kaas die zij bedacht hebben.”
Amerika en Saoedi-Arabië
Nederland mag dan een echt kaasland zijn, speciale soorten doen het elders beter. „Polen zijn dol op mango chutney-kaas, Canadezen op strawberry cheesecake. En ook Amerika is van de gekke dingen. Net als Saoedi-Arabië.”
Een wereldspeler die opereert in een dorp van pakweg vierduizend inwoners, is dat niet vreemd? „Een verhuizing naar bijvoorbeeld bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle is onbetaalbaar. We zijn een enorm duurzaam bedrijf, dat heeft veel geld gekost. Je pakt het niet zo even op om elders verder te gaan.”
„Maar we willen hier ook niet weg”, benadrukt Hokse. „Wij horen bij dit dorp, zetten ons ervoor in en zijn een belangrijke werkgever. Zes dagen per week.”
Vier miljoen liter per week
Veel is veranderd in een eeuw tijd. Hoogstwaarschijnlijk zouden ze hun ogen niet geloven, de medewerkers die 22 januari 1906 op deze plek voor het eerst melk verwerkten. Destijds ging het om een half miljoen liter per jaar. Die hoeveelheid werd in 1987 in een week al behaald en tegenwoordig gaat er wekelijks zo’n 4 miljoen liter doorheen.
Dat wordt aan de achterkant aangeleverd, gaat via een buizensysteem naar de twee kaasmakerijen aan de voorkant en eindigt als bijvoorbeeld Pornstar martini- of Aperol spritz-kaasblokje op een plank in het buitenland. „Medewerkers mopperen weleens dat andere bedrijven ons kopiëren. Dan zeg ik: ‘Het is veel erger als wij het niet als eerste bedacht hadden’.”