Rouveen Kaasspecialiteiten vernieuwt en breidt uit
1-sep-2020
Bron: Melkvee, augustus 2020
‘Elke melkstroom moet bijdragen aan goede melkprijs’
Als er al een doorsnee zuivelcoöperatie bestaat, is Rouveen Kaasspecialisten dat zeker niet. Met een aanvoer van 31 verschillende melkstromen en een uitvoer van meer dan 450 verschillende kazen is het bedrijf uniek. Daarbij behaalt de coöperatie haar missie tot nu toe: een toonaangevende melkprijs en een gezonde groeipotentie mogelijk maken voor de 238 leden-melkveehouders.
Met een trotse glimlach op het gezicht wijst directeur Klaas Hokse naar een robotarm in de kaasfabriek in Rouveen die een bak wrongel van de ene op de andere band plaatst. Sinds 2015 zijn de meeste kaashandelingen in de productielocatie volledig gerobotiseerd. De zeer moderne fabriek vormt een boeiend contrast met de omgeving waarin de fabriek staat: midden in het lintdorp Rouveen. Hier bepalen traditionele boerderijen en klederdracht nog echt een deel van het straatbeeld. Die binding met de streek is er al ruim een eeuw en zal ook blijven, stelt directeur Hokse (48). Maar er staan wel verdere veranderingen op stapel. Vanaf dit najaar rijden de trucks met melk niet langer door het dorp, maar over een compleet nieuwe aanvoerroute achter de fabriek. 20 miljoen euro wordt er geïnvesteerd in de zuivelfabriek die zich al jaren positioneert als dé producent van kaasspecialiteiten. Een titel die ze met recht kunnen claimen. De 238 aangesloten leden-melkveehouders, van wie 25 procent biologisch boert, zorgen voor een aanvoer van melk vanuit 31 verschillende melkstromen. De leden leveren ruim 188 miljoen kilo melk aan op jaarbasis. De zuivelaar koopt en verkoopt ook los melk en verwerkt zo jaarlijks inmiddels ruim 200 miljoen kilo tot allerhande soorten kaas. Naast koemelk worden onder andere ook vele liters geitenmelk tot kazen verwerkt. Het totaal aan activiteiten leidt de laatste jaren tot een omzet van circa 185 miljoen euro.
Eerst verkoop op orde
Wat Rouveen Kaasspecialiteiten onderscheidt van andere melkfabrieken, is de grote verscheidenheid aan melkstromen en kazen die ze verkopen. 450 verschillende soorten kaas. En alles volledig op order, niets op voorraad. “Je moet eerst zorgen de verkoop van de kazen op orde te hebben, voordat je een melkstroom wil vermarkten,” zegt Hokse. “In de praktijk werken mensen vaak andersom. Zowel boeren als zuivelverwerkers. Er wordt dan gedacht dat ze goud in handen hebben met een prachtig concept. Je wilt niet weten hoe vaak ik jaarlijks wel niet gebeld wordt door mensen die zo denken. Wellicht is hun concept en de melk die er mee geproduceerd ook echt wel onderscheidend, maar uiteindelijk bepaalt de markt en de consument of het succesvol wordt. Voordat wij hier een redelijk hoge zekerheid hebben gecreëerd dat we de kaas uit een nieuwe melkstroom kunnen verkopen, komt die melkstroom er niet. Daarin zijn we heel streng: alle melkstromen moeten bijdragen aan het realiseren van een goede melkprijs voor onze leden-melkveehouders. Onze manier van werken is op onderdelen natuurlijk duidelijk duurder dan die van andere zuivelondernemingen. Juist daarom moeten wij eerst zeker weten of we de benodigde plus ook uit de markt kunnen halen.”
De directeur vervolgt te zeggen dat mensen een mooi concept vaak snel willen laten groeien als het begint aan te slaan. “Maar daarin moet je voorzichtig zijn. Altijd eerst de afzet goed vastleggen. Speciale melkstromen zijn niet voor niets speciale melkstromen.”
De zuivelcoöperatie uit de Kop van Overijssel deelt haar melkprijs nooit publiekelijk, maar algemeen is bekend dat deze zich al jaren met de top van Nederland qua uitbetalingsprijzen meet. “Boeren spreken elkaar onderling ook. In het veld is dat wel zo ongeveer bekend.”
Groeiambities
Een toonaangevende melkprijs is ook onderdeel van de missie die Rouveen Kaasspecialiteiten zichzelf oplegt. Net als een gezond groeiperspectief voor de leden-melkveehouders. “Ook wij merken de afname van het aantal melkveehouders, maar dat gaat bij ons gestaag. Daarbij is het zo dat waar de één stopt, de andere boer die ruimte weer invult. Rouveen-melkveehouders zijn erg ambitieus en claimen die ruimte. Waar in Nederland na afschaffing van het melkquotum de melkplas gemiddeld 11 procent groeide, is dat bij ons ruim 20 procent. Het tekent het ondernemende karakter van onze leden. Ik vind dat wel mooi’, zegt Hokse.
De goede melkprijs, het kleinschalige karakter en het openstaan voor nieuwe initiatieven, maakt Rouveen in stilte populair. “Als jij nu zou opschrijven dat nieuwe leden sowieso welkom zijn bij ons, dan kunnen we morgen al vele liters extra melk ontvangen. Ik vind het een beetje raar om dat zo te zeggen, maar zo groot is de vraag wel. De boeren die ons benaderen, stellen dat dat is om de directe en korte lijnen die wij hanteren. Dat spreekt aan. Maar we zeggen dus nee tegen hen. Daarmee behouden we ook onze kracht van het kleinschalige, het directe communicatiemodel en het groeiperspectief voor de huidige leden.”
Exclusief pekelbad leasen
De groei aan melkaanvoer vraagt ook meer van de productielocatie, zou je denken. Toch hoeft dat niet één op één zo te zijn, licht Hokse toe. “De melkaanvoer laat zich nooit het hele jaar door exact sturen. Daarom moet je zelf sturen. Door wat meer verkoop of aankoop van een bepaalde stroom in een bepaalde periode. Er komt via ons meer koemelk binnen dan wij zelf ook daadwerkelijk verwerken. Onze manier van werken vraagt continu puzzelen en schuiven met aanvoer en verkoop van melk. Dat doen we met collega-zuivelbedrijven in de markt.”
Rouveen Kaasspecialiteiten is qua totale volumes kleinschalig, maar in speciaalsoorten groot. “Wij investeren momenteel fors in uitbreiding én optimalisatie van onze fabriek. We groeien niet omdat we graag willen groeien, maar omdat het daarmee de klanten beter kunnen bedienen en het ons toekomstbestendiger maakt. De nieuwe weg achter de fabriek ontsluit ons qua aanrijdroutes van het dorp. Dat is een stap die je logistiek gezien eens moet zetten, maar als je voor de fabriek staat zie je ook de authentieke Staphorst-boerderij waarin de kantoren en de proefproductie is gevestigd. Wij ontvangen wekelijks, als het niet coronatijd is, delegaties van klanten uit de hele wereld. Zij rijden vanuit Amsterdam bij de Lichtmis langs naar Rouveen. Als zij hier komen, nemen wij hen letterlijk meer in een tour door onze plaatselijke geschiedenis en tradities. Gecombineerd met de modernste technieken in onze zuivelfabriek. Daarbij hebben de mentaliteit van ‘doe maar gewoon, dat is gek genoeg’ en dat stralen we ook uit.”
Dat ‘gewoon doen’ moet dus beslist niet verward worden met stilstaan of conservatief ondernemerschap, wil Hokse er ook mee zeggen. Hij wijst daarmee op de plannen voor een compleet nieuw lokaal met pekelbaden waarin klanten van speciale kazen zelfs hun eigen exclusieve pekelbad kunnen ‘leasen’. “We regelen het dan zo dat niet alleen alle melk van een bepaalde stroom apart wordt verwerkt tot een speciaalkaas, maar dat die ook altijd in hetzelfde exclusieve pekelbad wordt vervaardigd. Eigenlijk heeft zo’n klant dan een eigen fabriekje in Rouveen; alleen delen ze de totale locatie met een aantal anderen.”
Voorbeelden van afnemers die hier in geïnteresseerd zijn, zijn geloofsgemeenschappen. “Wij maken hier bijvoorbeeld ook kaas op basis van de strengste Koosjer-richtlijnen. Daarvoor is het nodig dat een productielocatie 24 uur stilligt voordat de kaas wordt gemaakt. Omdat wij omwille van de zondagsrust op zondagen niet produceren, kunnen wij die 24-uursstop garanderen.”
Marktkansen benutten
In totaal werkt de zuivelcoöperatie in opdracht voor ruim vijftig afnemers in binnen- en buitenland. Dat zijn collega-zuivelbedrijven en kaasgroothandels. Met de retail wordt niet in directe lijn handel gedaan, maar er is vaak wel intensief contact. “Als wij kazen produceren die een supermarktketen op een bepaalde wijze gesneden wil aanbieden in het schap, kunnen en willen wij daar zo goed mogelijk op inspelen,” vertelt Hokse. ‘Wij hebben een naam opgebouwd van het leveren van hoogwaardige kwaliteit en voldoen aan specifieke eisen. Om dat te blijven waarborgen, kijken we graag tot aan de eindgebruiker in detail mee hoe een kaas het beste geproduceerd en gepresenteerd kan worden.”
De directeur refereert aan Rouveen Kaasspecialisteiten als een sterke naam en een sterk merk. In de markt voor speciaalkazen is die positie behaald en de inzet is erop gericht die positie te behouden en verder uit te breiden. In consumentenmerken is Rouveen Kaasspecialiteiten niet erg bekend. Dat terwijl de expertise er wel is en ook het streekeigen roept om een eigen sterke merkkaas, die het authentieke karakter van Rouveen/Staphorst uitstraalt. “Over die optie hebben de laatste jaren meer dan eens gesproken, maar we zijn terughoudend. Wat ons tegenhoudt, is dat we daarmee mogelijk een concurrent worden voor onze huidige partners.”
Marktkansen lijken er de komende jaren echter hoe dan ook in overvloed voor het zuivelbedrijf in Rouveen. De vraag naar verwerking van speciale melkstromen en speciale kazen zit immers in de lift. Betekent dat ook dat collega-zuivelbedrijven steeds vaker aankloppen bij Rouveen met de vraag om de verwerking van een specifieke melkstroom voor hen op te pakken? “Daar kan ik je inhoudelijk niets over vertellen,” besluit hij met een veelbetekenende glimlach.
= KADER =
‘Maak samenwerking natuurclubs en boeren eenvoudiger’
Klaas Hokse sprak net als een aantal melkveehouders in de regio Rouveen-Staphorst medio augustus met minister Carola Schouten. Aanleiding was onder meer de weerstand tegen de voermaatregel die het ministerie wil instellen. Hokse greep de kans richting de minister zijn zorgen en ideeën over te brengen. “In Nederland wordt de laatste jaren veel gesproken over een krimp van de veestapel. Maar krimp moet je nooit als uitgangspunt nemen. Net zo goed als dat je groei om te groeien niet als uitgangspunt moet nemen. Kijk naar de kansen in de markt en waar wij hier in Nederland goed in zijn. Onze structuur en met name vakmanschap in de agrarische sector is geweldig goed op orde. Die kracht moet je blijven benutten,” zegt Hokse.
In zijn visie kan de landbouw ook veel ruimte blijven houden als er meer mogelijkheid komt om goed samen te werken met natuurorganisaties. “Hier vlakbij ligt een groot natuurgebied. Er wordt amper tot geen onderhoud aan gepleegd en de grond en omgeving daar is zo dood als een pier. Geen wild dier loopt er rond en geen vogel wil er nestelen. Dan vraag ik mij oprecht af: wie heeft daar iets aan? Niemand in mijn optiek. Zorg dat je de wettelijke kaders zo opstelt dat boeren en natuurorganisaties makkelijker en voor lange perioden goed met elkaar kunnen samenwerken en geef de grond in beheer bij de boeren. Dat is beter voor de grond en voor de natuur, daarvan ben ik overtuigd.”
De Rouveen-directeur constateert dat er tussen boeren en overheid een ontzettend groot wantrouwen heerst. Vanuit de boer geredeneerd wat hem betreft meer dan begrijpelijk. “Maar je moet naast je ongenoegen kenbaar maken wel ook blijven praten. En het beste is dat met één stem. Daarom was ik ook zo content met het Landbouwcollectief. Wat mijn betreft had dat doorgang gevonden en sloot er zelfs vertegenwoordiging vanuit dat collectief aan bij ZuivelNL.”