Putter

Boerenerven zijn bij uitstek geschikt voor de putter. Ze vinden hier meestal bomen om in te broeden en ruigten om voedsel te zoeken. Ze zijn vooral afhankelijk van zaden uit distels en paardenbloemen Putters worden weer op steeds meer plekken gezien. Met een paar gerichte maatregelen haalt u ze ook op uw erf.

Zo doet u iets voor de putter

Makkelijke maatregelen

1

Een hoekje of strook grasland laten verruigen

Moeilijk bewerkbare, ongebruikte stukjes van uw grasland kunt u laten verruigen door er niet meer te maaien. Een klein hoekje doet al heel veel. Kies bij voorkeur een plek langs een houtwal, bosje of sloot. De kleine vuurvlinder vindt voedsel bij de bloeiende planten en zet zijn eieren af op zuringsoorten.

Kosten: gering

Onderhoud: eens in de 3 jaar maaien. Maai het liefst in de zomer. Als u in of net voor de winter niet meer maait, kunnen de rupsen en poppen van de kleine vuurvlinder (en andere vlinders van het grasland) overleven.

2

Gras onder de draad niet meemaaien

Spaar tijdens de laatste maaibeurt een zone rond het draad, tot 1 à 2 meter in het land. Laat het gras hier staan tot in het vroege voorjaar. Hier vindt bijvoorbeeld de patrijs dekking en voedsel.

Kosten: gering

Onderhoud: maai in het voorjaar de rand weer mee.

Goed voor:

Patrijs, Putter
3

De grond op het kuilvoer inzaaien met een bloemenmengsel

Zaai de grond op en langs de kuilvoerhoop in met een bloemenmengsel. Als u soorten kiest die houden van opengewerkte grond (o.a. korenbloemen en klaprozen) geniet u nog jaren van veel bloemen.
Zaai vooral in de periode september-november (met uitloop tot begin maart). Zaai nog een keer in het jaar erop, weer in dezelfde periode. Zo zorgt u ervoor dat er voldoende zaad in de grond terechtkomt en de bloemen zich op een natuurlijke manier kunnen vermeerderen.

Kosten aanleg: zakje zaad voor inzaaien van 25 m2 grond: 6-12 euro. Gebruik inheemse mengsels met éénjarige akkerbloemen of ruderale mengsels (klik hier of hier).

Onderhoud: geen. Na de eerste twee keer uitzaaien, vermeerderen de soorten zichzelf. Zaai opnieuw in als de bloemrijkdom afneemt. Werk grond met eenjarige akkerbloemen en ruderale mengsels regelmatig om, bijvoorbeeld met een hark: een dichte grasmat is ongunstig voor bloemen.

4

Een houtsingel aanleggen

In houtsingels kunnen veel vogels en kleine zoogdieren voedsel en een schuilplek vinden. U kunt een houtsingel aanleggen waar dat past in het landschap; leg ze dus niet aan in open veen- en kleigebieden.
Kies in nattere gebieden voor een singel met els, Gelderse roos en es.
Kies in droge gebieden voor zomereik, lijsterbes, meidoorn en sleedoorn. Plant een rij van minimaal 25 meter, 1 stek per vierkante meter. Meerdere rijen naast elkaar is nog beter.

Kosten: 1-3 euro per m2

Onderhoud: zet de singel eens per 10-15 jaar af.

5

Dicht struweel aanplanten (ook als heg)

Plant dichte heesters zoals sleedoorn en meidoorn aan de rand van een perceel of op een weinig gebruikt deel van het erf. Dicht struweel is een goede schuil- en broedplek voor vogels, zoals patrijzen. Zet de heesters groepsgewijs neer of als heg. Vijf vierkante meter (= 5 planten) of een heg van 10 meter is al voldoende.

Kosten aanleg: 5- 10 euro (1 stek per vierkante/ strekkende meter, circa 1 euro per stek).

Onderhoud: eventueel om de 5 jaar een deel terugsnoeien.

Goed voor:

Patrijs, Egel, Putter, Ringmus

Meer doen

6

Bloemenmengsel op de kuilvoerhoop inzaaien

Zaai de grond op en langs de kuilvoerhoop in met een bloemenmengsel. Bloemen zijn belangrijk voedsel voor bijen! Als u soorten kiest die houden van opengewerkte grond (o.a. korenbloemen en klaprozen) geniet u nog jaren van veel bloemen.
Zaai vooral in de periode september-november (met uitloop tot begin maart). Zaai nog een keer in het jaar erop, weer in dezelfde periode. Zo zorgt u ervoor dat er voldoende zaad in de grond terechtkomt en de bloemen zich op een natuurlijke manier kunnen vermeerderen.

Kosten aanleg: zakje zaad voor inzaaien van 25 m2 grond: € 6-12. Gebruik inheemse mengsels met éénjarige akkerbloemen of ruderale mengsels (klik hier of hier).

Onderhoud: geen. Na de eerste twee keer uitzaaien, vermeerderen de soorten zichzelf. Zaai opnieuw in als de bloemrijkdom afneemt. Werk grond met eenjarige akkerbloemen en ruderale mengsels regelmatig om, bijvoorbeeld met een hark. Een dichte grasmat is ongunstig voor bloemen.

Deze soorten helpt u zo ook

  • Vogelsoorten zoals de kerkuil, kneu, huismus, steenuil en grauwe vliegenvanger.
  • Zoogdieren zoals de egel, wezel en hermelijn.
  • Wilde bijen en dagvlinders.

Goed om te weten over de putter

Zo herkent u ze:

  • Rood gezicht, en zwart met witte kop.
  • Zwarte vleugels met een brede gele streep.
  • Spitse driehoekige snavel.
  • Maakt een hoog, tinkelend en kwetterend geluid.

Zo leven ze:

  • Putters leven vooral op het halfopen platteland, zoals bij boerderijen.
  • Ze voelen zich thuis in boomgaarden en op plekken met houtwallen en ruige begroeiing.
  • Ze eten zaden, de jongen eten ook insecten.

Voortplanten:

  • Het vrouwtje bouwt het nest. Het mannetje helpt met het aandragen van geschikt nestmateriaal zoals grassprieten, mos en veertjes.
  • Ze broeden van april tot begin augustus en hebben twee legsels per jaar.

Waar komen ze voor & hoe gaat het?

Putters komen het meest voor in laag Nederland. Van hieruit hebben ze zich sinds 1975 flink uitgebreid in oostelijke richting, zoals de verspreidingskaart laat zien. De putter is een beschermde vogel.

Meer informatie en hulp

Op de website van de Vogelbescherming vindt u meer informatie over de putter.

Voor grotere maatregelen is regelmatig subsidie beschikbaar. Informeer daarnaar bij het agrarisch collectief in uw regio (klik hier voor meer info).

Heeft u vragen over soorten en maatregelen? Een lokale natuur- of landschapsvereniging helpt u vaak graag verder.