Kleine vuurvlinder

De kleine vuurvlinder, een opvallende verschijning, kan het met een beetje hulp erg goed gaan doen! Hij komt vooral voor op schralere graslanden of randen van graslanden die minder bemest worden. U kunt de kleine vuurvlinder op en rond uw erf bloeiende planten aanbieden voor nectar en planten om eitjes af te zetten.

Zo doet u iets voor de kleine vuurvlinder

Makkelijke maatregelen

1

Een hoekje of strook grasland laten verruigen

Moeilijk bewerkbare, ongebruikte stukjes van uw grasland kunt u laten verruigen door er niet meer te maaien. Een klein hoekje doet al heel veel. Kies bij voorkeur een plek langs een houtwal, bosje of sloot. De kleine vuurvlinder vindt voedsel bij de bloeiende planten en zet zijn eieren af op zuringsoorten.

Kosten: gering

Onderhoud: eens in de 3 jaar maaien. Maai het liefst in de zomer. Als u in of net voor de winter niet meer maait, kunnen de rupsen en poppen van de kleine vuurvlinder (en andere vlinders van het grasland) overleven.

2

De grond op het kuilvoer inzaaien met een bloemenmengsel

Zaai de grond op en langs de kuilvoerhoop in met een bloemenmengsel. Als u soorten kiest die houden van opengewerkte grond (o.a. korenbloemen en klaprozen) geniet u nog jaren van veel bloemen.
Zaai vooral in de periode september-november (met uitloop tot begin maart). Zaai nog een keer in het jaar erop, weer in dezelfde periode. Zo zorgt u ervoor dat er voldoende zaad in de grond terechtkomt en de bloemen zich op een natuurlijke manier kunnen vermeerderen.

Kosten aanleg: zakje zaad voor inzaaien van 25 m2 grond: 6-12 euro. Gebruik inheemse mengsels met éénjarige akkerbloemen of ruderale mengsels (klik hier of hier).

Onderhoud: geen. Na de eerste twee keer uitzaaien, vermeerderen de soorten zichzelf. Zaai opnieuw in als de bloemrijkdom afneemt. Werk grond met eenjarige akkerbloemen en ruderale mengsels regelmatig om, bijvoorbeeld met een hark: een dichte grasmat is ongunstig voor bloemen.

3

Afrastering plaatsen langs oevers

Bij lage oevers grazen koeien de oeverbegroeiing af. In de oever staan veel bloeiende planten die voor nectar zorgen. Met een afrastering zorgt u ervoor dat de koeien de oevers met rust laten.

Kosten aanleg: 4-5 euro per strekkende 10 meter, voor draad en palen.

Onderhoud: niet nodig.

4

Bloemenmengsel op de kuilvoerhoop inzaaien

Zaai de grond op en langs de kuilvoerhoop in met een bloemenmengsel. Bloemen zijn belangrijk voedsel voor bijen! Als u soorten kiest die houden van opengewerkte grond (o.a. korenbloemen en klaprozen) geniet u nog jaren van veel bloemen.
Zaai vooral in de periode september-november (met uitloop tot begin maart). Zaai nog een keer in het jaar erop, weer in dezelfde periode. Zo zorgt u ervoor dat er voldoende zaad in de grond terechtkomt en de bloemen zich op een natuurlijke manier kunnen vermeerderen.

Kosten aanleg: zakje zaad voor inzaaien van 25 m2 grond: € 6-12. Gebruik inheemse mengsels met éénjarige akkerbloemen of ruderale mengsels (klik hier of hier).

Onderhoud: geen. Na de eerste twee keer uitzaaien, vermeerderen de soorten zichzelf. Zaai opnieuw in als de bloemrijkdom afneemt. Werk grond met eenjarige akkerbloemen en ruderale mengsels regelmatig om, bijvoorbeeld met een hark. Een dichte grasmat is ongunstig voor bloemen.

Meer doen

5

Een natuurvriendelijke oever aanleggen

Geef de sloot vanaf net onder de waterlijn een flauw oplopend talud. Hoe flauwer, hoe beter, want op een flauwe oever maken soorten als de dotterbloem de meeste kans (de meeste sloten bieden alleen maar een smalle strook rond de waterlijn als groeiplek). De ideale oever heeft een verhouding van 1:3 of meer.

Kosten: gering bij gebruik eigen materieel. Door een loonwerker: vergraven van 1,5-3 kuub per meter oever (kosten 5-10 euro per strekkende meter). Met de grond kunt u elders natte plekken ophogen.

Onderhoud: jaarlijks in september-november de helft van de oever opschonen, de andere helft laten staan.

Deze soorten helpt u zo ook

  • Andere vlinders zoals de argusvlinder, bruin zandoogje, oranje zandoogje, hooibeestje en icarusblauwtje.
  • Zoogdieren zoals de hermelijn en wezel.
  • Vissen zoals de bittervoorn, kleine modderkruiper en zeelt.
  • Planten als dotterbloem, gele lis en waterdrieblad.

Goed om te weten over de kleine vuurvlinder

Zo herkent u ze:

  • Vleugels zijn oranje met zwarte vlekken, onderzijde is grijsbruin.
  • De pop van de rups is groen met roze, en zo’n 15 millimeter groot.

Zo leven ze:

  • De kleine vuurvlinder vliegt rond tussen april en november in open, droge gebieden.
  • Hij voedt zich met nectar uit meer dan honderd verschillende bloemensoorten.

Voortplanting:

  • Het vrouwtje betast met haar voelsprieten en achterlijf of een plant geschikt is om eitjes af te zetten.
  • Ze zet de eitjes af aan de onderkant van een blad.
  • De rupsen eten alleen van de onderkant van de bladeren (vooral van schapen- of veldzuring). De kleine vuurvlinder overwintert als half volgroeide rups in de strooisellaag.

Waar komen ze voor & hoe gaat het?

De kleine vuurvlinder komt in heel Nederland voor, maar niet in grote aantallen. Hun aantal lijkt de laatste jaren wel iets toe te nemen. Op de website van de Vlinderstichting staat een verspreidingskaart.

Meer informatie en hulp

Op de website van de Vlinderstichting vindt u meer informatie over de kleine vuurvlinder.

Voor grotere maatregelen is regelmatig subsidie beschikbaar. Informeer daarnaar bij het agrarisch collectief in uw regio (klik hier voor meer informatie).

Heeft u vragen over soorten en maatregelen? Een lokale natuur- of landschapsvereniging helpt u vaak graag verder.